Ingediend door webmaster op Zon, 06/11/2011 – 10:37.
Brabants Dagblad d.d. 4 juni 2011 Een peloton van gebroken harten door: Ben Ackermans “Jonge coureurs, wier hart het plotseling begaf. De Kaatsheuvelse dichter Albert Megens bewijst ze eer in de bundel “Requiem voor een wielrenner.”
De T, stadsmagazine Tilburg juni 2011 “De dichter snijdt in zijn Requiem, niet alleen in de gedichten zelf, maar ook in de tussenzangen, voor- en slotzang, op even subtiele als rake wijze een maatschappelijke problematiek aan die tot op de dag van vandaag in niets aan actualiteit en geldigheid heeft ingeboet.”
Wielerrevue juli 2011 “Aangrijpende poëzie”
Het Parool juli 2011 De verbeelding van het vee door: Arthur van den Boogaard
“Elkaar ziende blind in zwijgzaamheid bestrijden: beter is de omerta in het peloton nog niet beschreven.”
Wielerland, magazine september 2011 door: Bert Hulleman
“De stijlvolle uitvoering van deze uitgave draagt bij aan het bijzondere karakter van dit werk van Albert Megens, die eerder met ‘Buigen voor een jonkheer’, ‘Kanonbal’ en ‘Ode aan de Pijn’ al mooie dingen heeft afgeleverd. Het geheel werd door Ivo van Leeuwen van illustraties (via linosneden) voorzien. De beperkte oplage van 750 stuks maakt het tot een waar collectors item.”
De Auteur september 2011 door: Guy van Hoof
“Megens is in zijn opzet geslaagd: de lezer leeft mee en kan zich gemakkelijk verplaatsen in die te vroeg afgesloten levens.”
Leydraden okober 2011 Het labeur dat over lijken gaat door: Norbert de Vries
“Kijk, hier is eindelijk weer eens een dichter aan het woord die zijn vak verstaat. Want, heus, schrijven is niet alleen inspiratie en verbeeldingskracht, maar zeker ook een eerzaam ambacht.”
Brabant Cultureel oktober 2011 Ode aan hellevaarders door: Rinus van der Heijden
“De dichter lijkt nergens moeite te hebben gedaan zijn werk literaire waarde mee te geven. Hij beschrijft als een natuurgids de landschappen waar wielrenners doorheen fietsen, als een mecanicien de techniek die een wielrenner nodig heeft om zijn sport te kunnen beoefenen, de gedachtegang die trainer of ploegleider zou kunnen hebben. Juist dit oog voor kleine details, de woorden die hij inzet voor de beschrijving ervan, maken dat Albert Megens een meesterwerk heeft afgeleverd. Met grote literaire diepgang.”
In wielertijdschrift “HELDEN” (wielersport in Brabant) Nr. 10-2011
“ALS DOOR EEN OPEN RAAM” door JACE van de Ven: “En ik word stil. Bijna eerbiedig sla ik Albert Megens zijn bundel open en lees…”
“DE MOTOR IN DE BORST” www.literatuurplein.nl door Jef van Gool
Begin september 2014 verscheen bij de uitgeverij Les Iles uit Brussel: “DE 100 MOOISTE WIELERGEDICHTEN” (uit de Vlaamse en Nederlandse literatuur). Met daarin “Lied voor Carlo Tonon” (uit: Buigen voor een jonkheer) en “Frederiek” (uit: Requiem voor een wielrenner)